Vertalingen faire fonctionner FR>NL
faire fonctionner (ww.) | aandoen (ww.) ; aandraaien (ww.) ; aanmaken (ww.) ; aanzetten (ww.) ; inschakelen (ww.) ; starten (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `faire fonctionner`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: enclencher